Introductie

Introductie

Programmeertaal

De code die je schrijft voor Arduino boards is gebaseerd op de programmeertaal C++. De extensie van een Arduino bestand is .ino. Dit is een speciale extensie die de Arduino IDE herkent en gebruikt. Belangrijk aan het schrijven van code is dat je de syntax correct gebruikt. Dit betekent dat je de juiste commando's en structuur gebruikt. De Arduino IDE zal je helpen door syntax highlighting en foutmeldingen te geven.

Ieder statement, of iedere stap in je programma, begin je op een nieuwe regel. Aan het einde van een statement plaats je altijd een ;. Dit is een manier om aan te geven dat de regel code is afgelopen.

Setup() en loop()

Een programma beschreven in een .ino-bestand bestaat uit minstens twee delen: de setup() en de loop(). De setup() functie wordt één keer uitgevoerd wanneer het Arduino board wordt opgestart. De loop() functie wordt tot in het oneindige herhaald zolang het board aan staat.

Het woord void voor de functie betekent dat de functie niets teruggeeft. Hier gaan we later dieper op in, wanneer we functies zullen schrijven die wel iets teruggeven.

void setup() {
    // Code die één keer wordt uitgevoerd
}
void loop() {
    // Code die continu wordt herhaald
}

Seriële monitor

void setup() {
    Serial.begin(9600);
    Serial.println("Hello, World!");
}
void loop() {
    Serial.print(".");
    delay(1000);
}

De Seriële Monitor is een handige tool om de communicatie tussen de Arduino en de computer te bekijken. Je kan de Seriële Monitor openen door naar Tools > Serial Monitor te gaan of door op Ctrl + Shift + M te drukken. De werking van de functies in de

In de setup() functie wordt de seriële communicatie gestart met een baudrate van 9600, door de functie Serial.begin() De baudrate is de snelheid waarmee de communicatie verloopt. Vervolgens wordt met de functie Serial.println() de tekst "Hello, World!" geprint, gevolgd door een nieuwee lijn of 'enter'. Omdat de setup functie maar één keer wordt uitgevoerd, onmiddelijk na het opstarten van de Arduino, zal de tekst maar één keer worden geprint.

In de loop() functie wordt de tekst "." geprint, dit keer zonder een nieuwe lijn achteraan, met de functie Serial.print(). De aanhalingstekens " rond het puntje maken duidelijk dat het om een stukje tekst of string gaat. Omdat er geen nieuwe lijn wordt gestart na het print()-commando, zullen de puntjes na elkaar worden geprint.

De functie delay() wacht 1000 milliseconden (1 seconde).

Het printen van de puntjes en het wachten zal in de loop() oneindig lang herhaald worden.